Wat een Attitude! Zijn de generatie kloven, HET personeels probleem in de horeca?
Wat een Attitude! Zijn de generatie kloven, HET personeels probleem in de horeca?

Je kent het wel. De medewerker die, terwijl het restaurant half vol is, aan de pas hangt. Kletsend met die leuke kok, over alles wat er mis is in de zaak. Of die receptionist die ’s ochtends bij het uitchecken uitstraalt: ‘Praat niet met mij, ik ben geen ochtendmens’. En de oudere kelner die rondloopt met de neus in de lucht en de jonge garde afsnauwt.

‘Kom op!’, hoor ik je denken, ‘Het is 2013. Crisis!’. Hoe kun jij je dit gedrag nog veroorloven! Die mensen horen niet in mijn bedrijf. Maar als zo’n medewerker een tijdelijk of vast contract heeft, zit je er aan vast. En dat kost je klandizie!

Het is ongelooflijk hoe sommige mensen zich durven op te stellen t.o.v. hun gasten. Maar is dit niet van alle tijden? Of is dit typerend voor Generatie Y? De generatie van 1981-2000. Want meer dan 63% van de horeca medewerkers komt uit Generatie Y. Het zijn de jonge medewerkers, managers en studenten die in de horeca werken. Als je dan bedenkt dat het gros van de ondernemers en leidinggevenden valt onder generatie X (1961-1980), dan is de chaos compleet.

Is er dan zo’n onbegrip tussen X en Y? De mentaliteit van de generatie X en Y verschilt sterk van elkaar. Logisch, ze zijn in andere tijdperken opgegroeid met andere waarden en uitdagingen. Maar toch. Verschillen we wel zoveel van elkaar?

De feiten in een notendop:

Generatie Y, dé ‘IK’ generatie:
Ze waarderen authentieke organisaties en leiders, maar zijn minder geneigd tot aanpassen. Ze willen gezelligheid tijdens het werk. Ze zijn ambitieus maar niet loyaal, zetten zich matig in en hebben weinig vakkennis. Ze zijn vaak gemakzuchtig, narcistisch en aandacht zoekend. Ze hebben een allergie voor hiërarchie, voelen zich niet erg betrokken bij het bedrijf, willen direct voldoening en zoeken snel nieuwe uitdagingen (job hoppers). Ze hebben chronisch last van keuze stress, zijn onzeker en verwend. Ze zijn laat zelfstandig en hebben moeite met het aangaan van verplichtingen.

Generatie X:
Houden van een goede sociale sfeer op de werkvloer en benutten de diversiteit aan mensen in een team. Werkgevers zijn meestal tevreden over hun mentaliteit en motivatie. Ze zijn loyaal, tonen inzet en weten wat ze doen. Ze zijn betrokken bij de organisatie en zoeken minder snel een nieuwe baan. Ze willen dat anderen ook verantwoordelijkheid en initiatief nemen. Ze zoeken niet naar het beste idee en draagvlak, maar willen ideeën zo optimaal mogelijk combineren. Ze houden van een gezonde balans en hebben oog voor kwaliteit.

Herkenbaar? Zeker als je bedenkt dat de horeca voor generatie Y veelal een bij- of startersbaan is en voor generatie X een hoofdbaan. Het uitgangspunt en belang van een baan is compleet anders.

Het functioneren van een generatie ligt voor een groot deel aan de ‘leeftijdsfase’ waarin die generatie zich bevind. Komend uit de X generatie was ik in het begin van mijn carrière ook nog niet zo zeker van mijzelf, maar wel ambitieus. Ik wisselde snel van baan en was mijn vakkennis aan het opbouwen. Tuurlijk was ik onzeker, niet zelfstandig genoeg en had ik moeite met die belerende managers.
Dit zijn toch echte Y kenmerken.

Maar elke generatie wordt volwassen. Dan worden andere dingen relevanter. Je hebt gedegen ervaring, staat stabieler in het leven en kent jezelf beter. Het is een soort voortschrijdend inzicht. Maar soms verlies je ook je speelsheid en onbevangenheid waarmee je mogelijkheden en ideeën creëert. Straks komt generatie Z in het werkveld en begint het allemaal opnieuw. Natuurlijk met wat nuance verschillen. Ook generatie Y zal zich ontwikkelen en met de tijd serieuzer opstellen.

Ligt het probleem van de horeca niet in het te eenzijdig werken met mensen van 1 of 2 generaties? In plaats van een generatie mix? Dat een gezonde mix van mannen en vrouwen in een team goed werkt, dat weten we. Maar hoe zit het met een mix van generaties? Moet je niet ook investeren in ervaren krachten, die hun geld dubbel en dwars waard zijn? Of is het de werkgever die niet wil investeren in goed en dus duurder personeel?

Een gezonde mix van generaties zal elkaar stimuleren, inspireren en vernieuwen. Je kunt zo je bedrijf naar een hoger niveau tillen. Er komt meer begrip en interesse voor elkaar. Mits je als ondernemer en manager inlevingsvermogen hebt en dus gelijkheid bevorderd en iedereen, vanuit zijn eigen perspectief, een bijdrage laat leveren in je bedrijf.

Goede zaken
Monique van Gevelt